In de 13e eeuw werd Amsterdam beschermd door wallen en grachten. De westelijke kant van de stad werd versterkt met de Nieuwezijds Voorburgwal, die diende als westelijke stadsgrens. Rond 1385 werden verdere grachten gegraven, waaronder de Nieuwezijds Achterburgwal (nu Spuistraat), waarmee de stad zich verder uitbreidde. De Nieuwezijds Burgwallen ontwikkelden zich als een belangrijk handels- en bestuurlijk centrum. De Dam en het omliggende gebied werden het hart van de stad, waar kooplieden, bankiers en ambachtslieden zich vestigden. Tijdens de Gouden Eeuw bloeide het gebied verder op en werden indrukwekkende gebouwen zoals het Paleis op de Dam en de Nieuwe Kerk gebouwd. De Alteratie van 1578 bracht een ommekeer in het religieuze en bestuurlijke landschap. Net als in de Oudezijde werden katholieke instellingen ontmanteld en kreeg de stad een protestants bestuur. In de eeuwen die volgden, bleef de Nieuwezijde zich ontwikkelen als een welvarend en dynamisch gebied. Vandaag de dag staat de Nieuwezijds Burgwallen bekend om de mix van historische grandeur en moderne bedrijvigheid. Met winkelstraten zoals de Kalverstraat, luxe warenhuizen en culturele instellingen zoals de Beurs van Berlage, trekt de buurt een breed publiek aan. De zorgvuldig gerestaureerde grachtenpanden en monumentale gebouwen dragen bij aan de authentieke charme van de buurt.

De naam Burgwallen-Nieuwe Zijde verwijst naar de historische indeling van Amsterdam. De stad werd oorspronkelijk in tweeën gedeeld door de Amstel: de Oude Zijde aan de oostkant, en de Nieuwe Zijde aan de westkant. Net als bij de Oudezijde werd ook hier achter de hoofdgrachten een verdedigingswal aangelegd.